NK wielrennen Montferland 2017

25 juni 2017

10.15 uur. Het regent in Hengelo. Toch maar vertrekken, want ik wil de koppies bij de start zien. Regenjackje en overschoenen aan en gaan.

11.25 uur. Tom Dumoulin fietst naar de start. Een klein meisje vraagt hem om een foto. Tom stopt. Hij laat één foto maken. Nog één. En nog één. Dan zegt de winnaar van de Giro dat hij echt moet gaan. Als één na laatste meldt hij zich voor het startschot. De allerlaatste is Wout Poels. Die stond nog wat te kletsen met NOS-mensen Dione de Graaff en Maarten Ducrot en baant zich dan een weg door het publiek richting startstreep.

11.29 uur. Een minuut stilte voor Hein Verbruggen, oud-voorzitter van de UCI. Iedereen is stil.

11.30 uur. De renners zijn gestart.

11.40 uur. Nadat het mij eindelijk gelukt is om de start- en finishstrook in ’s-Heerenberg over te steken, bereik ik café Bonepad 2.0 in Stokkum. De bewoners van wat tot 1974 een kroeg was, hebben het café vandaag voor één dag in ere hersteld. Ik bestel er een kop koffie met zelfgebakken cake. Dat kost me 1 euro 30. Ze hanteren hier niet bepaald horecaprijzen. “Het is vooral voor de fun”, zo luidt de verklaring.

11.45 uur. De renners passeren voor het eerst. En er is al een kopgroep! Daar zitten onder anderen lokale helden Robert Gesink en Koen Bouwman bij. Ze zijn weggereden op de Peeskesbult, waar Bouwman ongetwijfeld geïnspireerd is door de vele teksten die hier speciaal voor hem op het wegdek zijn gekalkt.

12.00 uur. Boven op de Peeskesbult hangt een wielersfeer. Teammensen staan klaar om bidonnetjes aan te geven. Een man vertelt dat zijn vrouw en dochter beneden staan, maar dat hij toch een stukje omhoog is gelopen om te kijken hoe het hier is. Een jongedame vertelt dat ze wielrennen nooit veel aan vond. Totdat ze een wielergekke vriend kreeg. Nu vindt ze het stiekem heel erg leuk. Nou, top!

13.00 uur. De TT van Assen begint. Gelukkig staat er bij het VIP-park van één van de teams onderaan de Peeskesbult een scherm. Zo kunnen we de MotoGP kijken, de wielrenners zien passeren en ook nog eens luisteren naar een praatje van Gert Jacobs. De oud-prof vertelt een verhaal over een wielrenner die in een criterium een rondje voorsprong had en toen een lekke band kreeg. Hij leende daarom een damesfiets van een vrouwelijke toeschouwer en won alsnog. Na afloop kreeg hij de complimenten. Alleen was het wel een heel gekrijs. Bleek dat er nog twee blagen achterop de fiets zaten!

13.45 uur. Valentino Rossi wint de TT van Assen.

14.15 uur. Een stortbui trekt over Stokkum. Ik ben net op tijd bij café Bonepad 2.0 en vind een droog plekje onder het tentdoek. Dit keer kies ik voor de zelfgebakken muffin. En om wat op te warmen de tomatensoep met een broodje kruidenboter.

15.30 uur. Op de Peeskesbult zitten twee jongens uit ’s-Heerenberg met een enorme verzameling bidonnetjes. Die hebben ze allemaal toegeworpen gekregen. Heel veel hebben de jongens niet met wielrennen, maar dit vinden ze toch wel heel erg leuk. Op de radio naast hun tuinstoeltjes is te horen dat de auto van Max Verstappen stuk is.

15.40 uur. De koers staat op punt van ontploffen. De kopgroep knalt uiteen en Robert Gesink probeert met een enorme sprint op de Peeskesbult om nog bij het eerste gedeelte te geraken.

15.50 uur. Een aantal renners is gelost. Ik fiets een stukje op zo’n honderd meter afstand achter Laurens ten Dam aan en krijg in Stokkum van iedereen langs de kant applaus. Kinderen roepen mij toe of ze mijn bidon mogen hebben.

16.00 uur. Beneden in ’s-Heerenberg staat een scherm op het plein. Het is er helemaal niet zo heel druk. Een medewerker van de plaatselijke pizzeria vraagt mij waarom ik hier sta. Ben ik soms geblesseerd? Ik leg uit dat ik niet mee heb gedaan en dat dit is vanwege (bij lange na) niet goed genoeg. Hij knikt en vraagt wie dan de bekendste renner is die hier meedoet. Van Tom Dumoulin heeft hij vaag eens gehoord.

16.50 uur. Toch een groepssprint! Ramon Sinkeldam wint voor Wouter Wippert en Dylan Groenewegen.

17.05 uur. Ineens word ik gefilmd door Mart. Hij is 8 jaar en haalde afgelopen week de krant. Een KNWU-mevrouw merkte de jonge journalist namelijk op. Zo kon het gebeuren dat hij Tom Dumoulin van héél dichtbij kon filmen bij de start van zijn tijdrit.

17.10 uur. Het Wilhelmus klinkt. Ook de 8-jarige Mart spoedt zich met zijn camera snel richting het podium.

17.20 uur. Het NK zit erop. Eerst wat eten en dan terug naar Hengelo. Of toch nog één keer de Muur van Zeddam pakken? Ok! Nog één keer dan.

19.00 uur. Op de terugweg even via Keijenborg. De kermis is hier in volle gang, de reden dat Rens te Stroet vandaag niet op veel supporters uit zijn thuisdorp kon rekenen. Wel reed hij de koers uit. En hij wist een klein meisje heel blij te maken. Trots toont ze een boek vol met handtekeningen aan haar vriendinnetjes. “Ik heb nummer 81!”, roept ze trots. Dan pakt ze de startlijst erbij en zoekt haar vinger het nummer en de bijbehorende naam: “Rens!”

19.15 uur. Thuis na een topdag. Mag het NK volgend jaar weer in Montferland?

Wegrace Varsselring 2017

8 mei 2017

Vrijdag

De camping is geopend. Zo voelt het althans. Het ruikt hier naar barbecue. Ook de frietkraam is open. Overal zitten groepjes mensen onder partytenten bij elkaar. Hier en daar komt motorgeluid uit een tent. Monteurs prepareren de motoren voor wat komen gaat; een heel weekend racen op de Varsselring in het Gelderse Hengelo. Vier Belgische mannen drinken midden op het rennerskwartier een biertje. “Wij komen van Oostende elk jaar naar hier”, klinkt het. “Ben jij van hier? Het is hier prachtig.”

De vrijdagavond is de avond van de motorkeuring. In een tentje controleren de mensen van de nationale motorbond of alles in orde is. Of de motor goed stuurt. Of de motor goed remt. Of de tank voldoet aan de eisen. Een Tsjechische rijder wil graag camera’s op zijn machine monteren. Voor een kleine camera aan de voorzijde heeft hij al snel toestemming. Maar een camera op één van de kleine achtervleugels? Na even wikken en wegen blijkt ook dit toegestaan. Deze Tsjech kan straks thuis laten zien hoe mooi de Achterhoek is.

Eén van de vier Belgische bierdrinkende mannen raakt enthousiast als thuisrijder Joey den Besten zijn motor naar de keuring begeleidt. “Alé, das den Joey!”, roept hij. Den Besten mag dit weekend dan te herkennen zijn aan zijn motorpak en zijn karakteristieke witte helm, nu loopt hij nog gewoon casual gekleed over het rennerskwartier. Voor de Belgische fans geen probleem. Zij herkennen de coureurs die in de top van de internationale kampioenschappen meedraaien uit duizenden.

Het gezelschap op de Varsselring is sowieso internationaal. Veel Engelsen melden zich hier. Zelfs Zwitsers. En een Fin. Een Duitse coureur neemt zijn halve familie mee naar het keuringstentje. Twee zoontjes rennen in het rond. Ze houden een typische kinderdiscussie die niets met motoren te maken heeft. Dochterlief trommelt ondertussen met haar handen op het zadel waarop papa dit weekend plaatsneemt, op weg naar hopelijk snelle rondetijden.

Dat moet gebeuren op het circuit (met nieuw asfalt!) waar het deze vrijdagavond een drukte van belang is. Het parcours rondlopen schijnt de ideale manier te zijn om de baan te verkennen. Al doet een enkeling ook dat op een moderne manier; filmen vanuit de auto. De verkenners komen op hun ronde drie Duitse motoren tegen. Bepakt en bezakt met tentjes en slaapzakken. Toeschouwers zijn het. Pure liefhebbers. Klaar voor een weekend op het enig overgebleven stratencircuit van Nederland.

Zaterdag

Ze rijden! Eindelijk. Na al die voorbeschouwingen. Na al dat voorbereidende werk van de Hamove-leden. Na al die 49 Hengelose raceweekenden die aan deze editie voorafgingen. Op deze zaterdagochtend gaat de vijftigste editie van de wegraces op de Varsselring van start. Iedereen is op post. Van de EHBO’ers tot de baancommissarissen. “Zo, ben je weer bij je oude vrienden?”, zegt een aan zijn t-shirt te zien trouwe motorsportliefhebber tegen één van de in het oranje gehulde baco’s. “Ja, mooi toch”, reageert die nuchter.

Hoe verder de dag vordert, hoe drukker het wordt. En hoe gezelliger het wordt. In de Veldermansbocht is het traditioneel druk onder de zinken kap. De goudgele rakkers gaan hier in rap tempo over de toonbank. Een Belg – uit de buurt van Gent – posteert zich tussen de plaatselijke gezelligheid en bemachtigt met zijn camera een plek vlak aan de baan. Samen met zijn vrouw en kinderen is hij hier het complete weekend. Waarom? “Zware supporter van Jochem van den Hoek”, vertelt hij. “Zware supporter.”

Jochem van den Hoek – bijgenaamd ‘Sjakie Spektakel’ – is lid van het Achterhoek Performance Racing Team van Tonnie Wassink. “Die bijnaam zegt het al hè”, legt de Belg uit. “Spektakel. Zware supporter vanwege het spektakel.” Terwijl zijn favoriet snelle rondetijden noteert en zodoende een uitstekende startplek in het IRRC Superbike weet te bemachtigen, is de Belgische supporter onder de zinken kap één van de weinigen die hier het gebeuren op de baan nauwgezet volgt.

Nee, hier is het vooral de gezelligheid die hoogtij viert. “Dat is toch algemeen bekend?”, zegt een vrouw. “Als je de races wil volgen, dan moet je maar op één van de tribunes gaan zitten.” Ook daar zit het deze middag al flink vol. Vele ogen volgen hier de beslissende kwalificatietrainingen. Na afloop kijkt Supersport-rijder Davy Thoonen tevreden terug. “Vanochtend nog twee seconden achter Joey”, vertelt de hoorbaar uit Brabant afkomstige coureur. “Nu nog maar twee tienden.”

Aan het eind van de middag zit ook de sfeer in de tent van het Achterhoek Performance Racing Team er goed in. Sjakie Spektakel kijkt met het nummer 88 terug op een goede trainingsdag. En ploeggenoot Joey den Besten heeft zowel in het IRRC Supersport als in de BeNeCup een startplek op de eerste rij weten te bemachtigen. “Ga je vanavond nog zuipen dan, Joey?”, vraagt één van zijn vrienden zich lachend af. “Als je toch zover vooraan staat, dan moet dat wel kunnen.”

Zondag

Uiteraard heeft Joey den Besten het bier zaterdagavond laten staan. Gefocust is hij. Super gretig om deze zondagochtend de eerste race in het IRRC Supersport te winnen. De start is goed. Den Besten pakt de kop, maar al in de tweede ronde gaat het mis. Bij het ingaan van de chicane gaat hij onderuit. Een golf van teleurstelling gaat door het publiek. Dat Davy Thoonen de race wint, is mooi voor de Brabander. Maar wat zonde voor Joey! Wat jammer. Wat balen. Straks nog een race.

Veertien races op één dag. En dan is er ook nog veel te zien op het rennerskwartier. Kinderen kunnen hier op heel kleine motortjes hun rondjes rijden. De (zware) supporter van Jochem van den Hoek is weer van de partij. Een fenomeen als Sebastian Le Grelle kun je hier gewoon aanspreken. Te herkennen aan zijn grijze haren. Je moet trouwens wel wat Frans kunnen. En vaders laten hun kinderen op de foto gaan met de strak geklede promodames van een niet nader te noemen bouwmarkt. Of mama de foto’s ook mooi vindt, is nog even afwachten.

In de pauze roemt een fotograaf uit Drenthe de gemoedelijkheid hier. Hij heeft genoten van het ‘welcome center’, een hokje van 1 bij 1 dat aan de Varsselseweg staat geposteerd. En van het parkeren in het weiland. “Deed me denken aan vroeger”, vertelt hij. “Toen kwamen we ook weleens deze kant op voor een optreden van Normaal.” De arena waarin de motorcross op het Hengelse Zand zich afspeelde, ligt hier letterlijk op een steenworp afstand. Deze zondag is het echter op asfalt te doen.

Halverwege de middag. Molenbocht. IRRC Supersport. De tweede race van de dag. De man met rode motor en witte helm staat weer aan de start. De race in de BeNeCup heeft hij moeten laten schieten. Na zijn val in de ochtend was de motor nog niet klaar. En er zijn toch ook wel wat kleine pijntjes. Een vinger is ingepakt. De pijn verbijten wordt het, deze tweede en zeer belangrijke race in het kampioenschap waarvoor Den Besten later dit jaar naar onder andere Finland en Tsjechië zal trekken.

Op de volle tribune in de Molenbocht wacht een groepje Nederlandse jongetjes vol spanning op wat komen gaat. “We moeten letten op de rode! De rode motor, dat is Joey!”, roept een jongetje met een oranje voetbalshirt. Vooraan het hek staat een ander jochie dat getuige dezelfde haarkleur en haardracht waarschijnlijk het broertje van de in het oranje gehulde jeugdige motorfan is. “Ze gaan van start!”, zo luidt de melding vanaf het hek. Het bulderend geluid gaat richting de Veldermansbocht.

Even later spoeden de blikken van de jochies zich richting de kerk van Hengelo. “Daar komen ze!”, roept de jeugdige toeschouwer in het oranje. “Ze komen eraan!”, bevestigt zijn broertje vanaf het hek. Als de motoren dichterbij komen, volgt de euforie. Den Besten is er namelijk al vroegtijdig in geslaagd om zijn naaste concurrenten te passeren. “De rode ligt voorop!”, roepen de jongens elkaar toe. Dat blijft zo tot het zwart-wit geblokt. “Joey heeft gewonnen!”

JoeyVarsselring

Joey den Besten (65) leidt voor Davy Thoonen (46). Foto: Jan van den Brink

Een val mocht vanochtend dan roet in het eten gooien, dit feestje laat de Achterhoekse coureur zich niet ontnemen. Hij proost met de fans onder de zinken kap. Hij rijdt al zittend op zijn tank richting de molenbocht en stuurt zijn Yamaha R6 vervolgens door het gras vlak voor de hoofdtribune langs. Op het podium vraagt Davy Thoonen of zijn rivaal ook de laatste BeNeCup-wedstrijd rijdt. Den Besten schudt zijn hoofd. Dit was het voor vandaag. Dan springt hij van het podium en spuit hij de champagne over het toegestroomde publiek.

Als het laatste motorgeluid vanuit de Boschbocht richting de molen is verdwenen, keert de stilte terug op de Varsselring. Op naar de doorkomst in de Spalstraat! Hier volgt de grootste tegenvaller van de dag. Geen motoren in het dorpscentrum. Het voelt alsof ons een stuk speelgoed is afgepakt. Nee, het was niet het veiligste stuk speelgoed. Maar we waren er oh zo gek mee. Dit raakt de ziel van ons dorp. Dan nog maar een rondje circuit. Daar steken vrijwilligers de strobalen alweer op de wagens. Busjes met caravans banen zich er een weg omheen. Op weg naar huis. Tot volgend jaar. Dan gaat de camping weer open.

 

Bedankt voor deze Amstel Gold Race!

16 april 2017

Geachte meneer Van Vliet, beste Leo,

Mag ik u hartelijk bedanken? Mag ik u bedanken voor een geweldige koers over de prachtige wegen die Limburg rijk is? Eindelijk! Eindelijk kregen die Limburgse heuvels vanmiddag de wedstrijd die ze al jaren verdienden. De Amstel Gold Race van deze Eerste Paasdag was er eentje om duimen en vingers bij af te likken. Het was met afstand de mooiste editie van de afgelopen tien en misschien wel van de afgelopen twintig jaar.

Dat kwam door de renners. Natuurlijk kwam dat door de renners. De renners maken immers de koers. Maar het kwam ook voor een groot deel door u, koersdirecteur Leo van Vliet. Het kwam door de parcoursverandering die u doorvoerde. Een nieuwe finale. Geen finish op de Cauberg, ook niet vlak na de Cauberg, maar een finish ver na die laatste keer Cauberg. Een finale zonder noemenswaardige hindernissen. Het zou een minder voorspelbare koers moeten opleveren.

Als toerfietser reed ik drie keer de Amstel Gold Race. Ik sleurde mezelf met de grootste moeite naar boven op de Kruisberg. Heftige krampaanvallen deden mij omvallen op de Eyserbosweg. En zonder hulp van het publiek had ik de top van de Keutenberg nooit bereikt. De Limburgse heuvels; ze zijn met veel, ze zijn steil en ze zijn niet van plan om ook maar iemand te sparen. Hier moesten de profs een gigantische wedstrijd kunnen rijden, dacht ik.

Niets was jaar na jaar minder waar. Hoe zeer ik op de zaterdag voorafgaand aan de wedstrijd van de profs ook zwoegde, op zondag gebeurde er op die zwaartepunten in het parcours bijna niets. De beste wielrenners ter wereld reden hier met de handjes op het stuur omhoog. Ze reden alsof ze voor twee halfjes bruin naar de bakker fietsten. Ze keken naar elkaar. Ze wachtten. Tot de allerlaatste meters. Tot de finale. Tot die allesbeslissende krachtsexplosie. Tot de Cauberg.

Tot vandaag! Want waar de koers voorheen tot op het allerlaatst gesloten bleef, brak het geheel nu ver voor de finish open. Op de Kruisberg (oef, die is steil) ging het vuur aan de lont. Op de Eyserbosweg riep de één na de ander om zijn moeder. Bovenop was het wielrennen zoals wielrennen ooit bedoeld is. Scheldwoorden vlogen in het rond en de kast met noodscenario’s ging wagenwijd open. Toen moest de Keutenberg nog komen.

Ik heb zitten genieten. Ik heb op het puntje van de bank zitten genieten. Ik heb genoten van het wedstrijdverloop. Ik hoefde de toppers niet te zoeken tussen hordes van knechten van waaruit ze in de laatste kilometers tevoorschijn zouden komen. Nee, ze reden vol in beeld. Ze reden in een kilometerslang gevecht tegen elkaar. Een gevecht waarvan niemand wist hoe het ging aflopen. Ze moesten wel. De finale liet dit keer niet op zich wachten. De finale was nu. En wat was het fijn om eens te zien dat de Eyserbosweg zelfs voor doorgewinterde profs pijn kan doen.

Hoe treffend dat de twee mannen die uiteindelijk om de winst strijden, hun beslissende move maken op de Bemelerberg. Dat is een klimmetje waar zelfs ik als pure liefhebber in koerskleding met twee vingers in de neus naar boven fiets. Waarmee nog maar eens bewezen; de renners maken de koers. U heeft dat begrepen. Op de dag waarop de Paus dankbaar is voor onze bloemen, kan ik alleen maar zeggen; bedankt voor deze Amstel Gold Race!

Met vriendelijke groet,

Luuk

Dennis en Pietertje

11 januari 2017

Wauw. Dat is het eerste woord dat in mij opkomt na het zien van de uitzending van Puur Geluk op RTL 4. Eén van de items van het programma ging vanavond over Dennis en zijn zoontje Pieter. Wie het gemist heeft, kan het hier terugkijken (vanaf 24:30). Dennis woont in Lichtenvoorde en werkt bij sportcentrum Aerofitt in Hengelo.  Hij werd door het televisieprogramma verblijd met een enorme verrassing.

Het bijbehorende verhaal begint vier jaar geleden. Dennis is op dat moment heel ziek. Terwijl hij ziek is, wordt zijn zoon Pieter geboren. Pieter heeft het Syndroom van Down. Als Dennis en zijn vrouw uit elkaar gaan, ontstaat er een co-ouderschap waarbij Pieter vier dagen in de week bij zijn vader is. De sportleraar uit Lichtenvoorde is helemaal gek op zijn Pietertje. Ze vormen volgens Dennis’ zus Farry samen een twee-eenheid.

Nu heeft Dennis – inmiddels helemaal hersteld van zijn ziekte – een nieuw huis in Lichtenvoorde. Hij moet overhuizen. Dat wil hij gaan doen in het weekend dat Pieter niet bij hem is. Hulp krijgt hij van twee vrienden. Voor het vervoeren van de spullen hoopt hij nog een busje te regelen. Zijn vrienden, familie en collega’s zorgen er echter samen met RTL voor dat het verhuizen, verven en inrichten al achter de rug is voordat Dennis er erg in heeft.

Dit gebeurt terwijl Dennis op de sportschool in Hengelo aan het werk is. Die hangt zonder dat hij het weet voor de gelegenheid vol met camera’s en microfoons. De collega’s zijn volledig op de hoogte. Een glansrol is er voor Thomas die zelfs weet los te weken in welke kleuren Dennis zijn muren geschilderd wil hebben. Ook verhuizer Sem en schilder Udo komen sporten. Ze moeten vandaag allebei ‘heel toevallig’ in Lichtenvoorde aan het werk.

Nog altijd nietsvermoedend rijdt de sportleraar aan het eind van de dag samen met een vriend naar zijn nieuwe huis. Hij is van plan zijn nog lege nieuwe optrekje te laten zien. Dat loopt anders. ‘Wat is dit, joh!?’, reageert Dennis stomverbaasd als hij de volledig ingerichte woonkamer binnenstapt. ‘Dit is echt bizar. Wie heeft dit geregeld, joh?’ In de studio reageert hij even later: ‘Ik vind het meer dan geweldig. En Pietertje is helemaal blij.’

Wauw. Op de website van RTL staat dat Puur Geluk een ‘feelgoodprogramma’ is. Nou, dat is in dit geval zeer geslaagd. Getuige de reacties op de sociale media hebben in Hengelo en ongetwijfeld ook in Lichtenvoorde heel veel mensen gekeken. En stuk voor stuk kregen we een heel warm gevoel. Wat geweldig mooi gedaan, RTL! Wat geweldig mooi gedaan, Aerofitt! En Dennis, mocht je dit lezen, ik hoop dat je samen met Pietertje geniet van jullie prachtige huis!

Radstake (deel 8732)

26 december 2016

Waren we weer. En we waren niet de enige. De Radstake op eerste kerstdag is als een magneet in een bak paperclips. Of je nou wilt of niet, je trekt er naartoe. Na de familiebezoeken. Na de brunch. Na de kalkoen. Na alle kerstverplichtingen lonkt het feest aan de N18. De rij voor de deur was misschien nog wel langer dan vorig jaar. De zalen nog voller. De temperatuur nog hoger. Maar wat was het weer een heerlijke avond!

Het uitgaanscentrum aan de Twenteroute en de eerste kerstdag zijn met elkaar vergroeid. Het lijkt soms net alsof het op kerstrecepten staat aangeven. ‘Schuif deze beenham in een voorverwarmde oven. Ga daarna met de familie op de bank zitten. Een spelletje doen. Drink een drankje om er alvast een beetje in te komen. Piept de oven? Eet dan gezellig samen de beenham op en sluit dit alles af met een bezoek aan de Radstake.’

Dat staat er natuurlijk niet. In werkelijkheid is dit een fenomeen dat van generatie op generatie wordt doorgegeven. Ik heb me laten vertellen dat het voor de Hengelose jeugd ooit in de buurt van Babberich is begonnen. Iedereen trok die kant op. Dan praten we over twintig of dertig jaar geleden. Die ‘danszaal’ bestaat allang niet meer, maar het fenomeen is springlevend. Alleen is nu al sinds jaar en dag de Radstake in Heelweg plaats van handeling.

Dit keer heeft een vriend aangeboden om te rijden en vraag ik de andere mannen in de auto – ook allemaal al geruime tijd geen tiener meer – of zij dit jaar nog zijn geweest. Ze antwoorden allemaal hetzelfde. Ze zijn dit jaar nog niet geweest. De laatste keer was vorig jaar met kerst. De laatste keer daarvoor was de kerst daarvoor. Enzovoort. Toch komen al weken van tevoren de eerste vragen in de verschillende appgroepen. ‘Wie Radstake met kerst?’

Jeroen is er ook. Ik ken Jeroen niet, maar hij staat naast mij aan de bar bier te bestellen. Jeroen heeft ook vrienden bij zich. Eén van hen slaat een arm om hem heen en roept tegen de barvrouw: ‘Di’s noe Jeroen! Den het met Lisa elopen!’ Het is nogal lawaaierig, dus Lisa kan ook Lieke of Linda heten, maar het is duidelijk dat ze de dochter van de barvrouw is. ‘Was ze een beetje lief?’, vraagt zij. De grijns op het gezicht van Jeroen verraadt alles.

Nee, dan de muzikale optredens. The Partysquad in de Napoleonzaal. Bökkers in de livezaal. En dan is er nog een Belgische DJ in de hardstylezaal. Voor ieder wat wils. Als je het vindt ten minste. Want de Radstake is best groot als je er niet zo bekend bent. Een groepje meisjes komt op weg naar The Partysquad midden in het nummer Jezus van Bökkers terecht. De laatste van dit groepje kan door de drukte niet voor- of achteruit. Of ze dit nummer kent? ‘Haha! Nee!’

Ter hoogte van de vette hap zijn de stenen zo glad dat Sven Kramer er een ronderecord kan breken. Ik ga voor gezond. Een pistolet ham en kaas. ‘Met saus van de bakker uit Zieuwent?’, vraagt het uiterst vriendelijke verkoopmeisje. Uiteraard! Ook de loempiaatjes doen het goed. Drie voor twee muntjes. ‘Topdeal!’, vindt een jongen met bier in zijn hand. Een ander werpt tegen: ‘Ik ben nog nuchter. 4 euro 40 voor drie van die kleine dingen, dat is nog steeds duur.’

Als de eerste kerstdag definitief plaatsmaakt voor de tweede, zit het erop. De bierkranen die de hele avond op volle toeren hebben gedraaid, kunnen dicht. Zalen stromen leeg. Jassen laten zich ophalen. Hier en daar heeft iemand iets te veel gedronken. Toch blijft de gezelligheid overheersen. Zoals de hele avond. Volgend jaar is er weer een eerste kerstdag. Als de magneet zijn kracht behoudt, sluiten we gewoon weer aan in de rij.


Luuk Stam
Journalist en tekstschrijver

De Heurne 32
7255 CL Hengelo Gelderland

0613925370
luuk@luukstam.nl