Of de broodjes gezond waren afgeschaft? Dat klopte. Maar als ik daar nu pas achter kwam, dan was ik hier wel lang niet geweest, vond het meisje achter de balie der frikandellen en andere vette hap. Dat klopte ook. Om precies te zijn een jaar. Vorig jaar met kerst was ik hier ook. Net als het jaar daarvoor. En daarvoor. En daarvoor. Het is als een grote waterplas die je met je fiets al ver van tevoren probeert te ontwijken, maar waar je als het erop aankomt toch maar gewoon dwars doorheen gaat. En dat is dan nog heerlijk ook. Al besluit je wel direct om het de volgende keer maar niet meer weer te doen.
Tweehonderd waren het er denk ik niet. Maar druk was het gisteravond aan de Banninkstraat zeker. De Primus Inter Pares heette Lisa. Zij regelde de bus. Er was één regel: Je mocht de bus niet kapot maken. Dat was niet veel anders dan vorig jaar. Toen mocht je de bus ook niet kapot maken. Het was dit keer wel een bus met een stopknop. Die had deze avond geen functie, maar werd vanzelfsprekend wel gebruikt. Deze bus stopte maar één keer. Dat was op zijn eindbestemming aan de N18. Want al deze Hengeloërs wilden opnieuw met kerst naar de Radstake.
Hier was niet alles bij hetzelfde gebleven. De entree was nu tien euro. En daar kreeg je dan een muntje en een gratis jas-ophangmogelijkheid bij. Een muntje bij de entree, dat voelde voor de Hengelose afvaardiging als een eerste stap in de richting van het vertrouwde ‘entree en muntjes’ bij José Waenink. Maar verder was er weinig veranderd. De Napoleonzaal was nog steeds de Napoleonzaal. De bierbekertjes in de pisbak waren van zacht plastic. En aangevuld met degenen die met de auto kwamen, had deze avond in Heelweg opnieuw veel weg van een stukje Hengelose kermis. Alleen dan zonder Kikker Slaan.
Op mijn vorige blog kwam de reactie dat de Radstake-traditie teruggaat naar Babberich. Eind jaren ’80 en in de jaren ’90 gingen Hengelose jongeren op eerste kerstdag in dat Liemerse dorp naar discotheek Display. Het moment dat het bezoek aan de Radstake onderdeel werd van het jaarlijkse kerstritueel, moet zijn geweest rond het jaar 1998. Dat is precies het jaar waarin Display sloot. En dus lijken we te kunnen spreken van een Hengelose traditie die al veel langer bestaat dan dat ik in eerste instantie dacht. Niet zo raar, aangezien ik pas in 1987 ben geboren.
Pas? In de huidige club hooghouders van de traditie ben ik AL in 1987 geboren. Dat wil zeggen dat ik één van de oudsten ben. Maar, zo bleek ook gisteravond, het virus is volledig overgeslagen op de jongere jeugd. ‘Waarom we naar de Radstake gaan? Omdat het traditie is’, las ik ergens op Facebook. Waarna al snel de toevoeging kwam dat er ook flink wat alcoholische consumpties genuttigd gingen worden. Om maar niet al te ver door te slaan in het sentimentele gebeuren. Maar toch, de traditie leeft voort. En dat is in een niet eenvoudige tijd voor plattelandsdorpen natuurlijk iets om toe te juichen.
Volgend jaar weer? Nouja, het begrip ‘allerlaatste keer’ is in deze toch een waardeloze kreet geworden. Dus het is maar de vraag in hoeverre ik de plas volgend jaar zal proberen te ontwijken. Maar belangrijker is dat de jeugd de traditie hooghoudt. Zo krijg je zekerheden in het leven. Het WK voetbal? Sowieso één keer in de vier jaar. De Olympische Spelen? Idem dito. En de Radstake? Sowieso één keer per jaar. Of ik ooit nog in de Radstake kom, is de vraag. Maar twee dingen weet ik wel. De traditie blijft. En het broodje gezond heeft in ieder geval een heel jaar om terug te keren.
Geef een reactie