Sir Bradley Wiggins

Ik stond midden op een rotonde, nabij het plaatsje Esher, ten zuidwesten van Londen. Eén voor één passeerden de wielrenners op hun tijdritfietsen. Vanaf de brede asfaltweg zoefden ze de rotonde op om vervolgens via de volgende brede asfaltweg richting finish te gaan, continu omgeven door hagen van mensen. Het was de eerste dag van augustus in 2012. De zon scheen. Het was een dag voor korte broek en korte mouwen, zelfs in Engeland. Vandaag eindigde mijn trip naar de Olympische Spelen. Met de tijdrit, waarvoor ook al die andere mensen waren gekomen. Honderden. Duizenden. Vlaggetjes hadden ze bij zich. Britse vlaggetjes. Zij kwamen voor één man: Sir Bradley Wiggins.

Op het moment dat Sir Bradley Wiggins die rotonde bij Esher passeerde, leek het wel alsof de wereld even stil stond. Vergezeld door een golf van geluid uit Engelse kelen raasde de Britse Tourwinnaar voorbij. Kippenvel. In een flits zag ik hem van dichtbij. Tussen al die rijen van mensen door. De focus op zijn gezicht. Alweer gericht op die volgende asfaltstrook. Het geluid nam hij mee. En langzaam, heel langzaam, keerde op die rotonde het gewone leven terug. Mensen durfden weer te ademen. Vlaggetjes durfden weer te wapperen. Want ook Sir Bradley Wiggins zelf zou deze rit na afloop beschrijven als a once in a lifetime experience.

Wiggins won die dag goud. Het was zijn eerste Olympische gouden medaille op de weg, na drie gouden plakken als baanwielrenner. Een paar maanden eerder was hij al de beste in de Tour de France. Hij was er ongeveer in zijn eentje verantwoordelijk voor dat de populariteit van het wielrennen op het Britse schiereiland in een paar jaar van nul naar honderd klom. Dat hij hier op deze zonnige namiddag tussen een razend enthousiaste menigte door mocht blazen, was het mooiste dat hem kon overkomen. Woorden kon Sir Bradley Wiggins nadat hij over de finish kwam dan ook bijna niet vinden. Maar hij vroeg zich wel af wat hij nu moest gaan doen.

Inmiddels is het 2015. De wielrenner Bradley Wiggins heeft zich de afgelopen jaren wat koest gehouden. Ja, natuurlijk werd hij afgelopen jaar op fenomenale wijze wereldkampioen tijdrijden. Bijzonder, omdat iedereen die titel vooraf aan de Duitser Tony Martin had toegedicht. Maar verder was het de afgelopen jaren voor Sir Bradley niet zoals in dat wonderjaar 2012. Verre van. De bakens zijn verzet. De nieuwe Olympische doelen liggen op de wielerbaan van Rio de Janeiro. En dus rijdt ‘Wiggo’ komende zondag zijn laatste koers op de weg. Dat is niet de eerste de beste. Sir Bradley Wiggins sluit zijn wegcarrière af in de hel. Zijn laatste wegwedstrijd is Parijs-Roubaix.

Afsluiten op de keien van Parijs-Roubaix, het is zoiets als na een warm bad eerst nog even een ijskoude douche nemen voordat je warme kleren aantrekt. Maar dan voelen die warme kleren wel extra lekker. En dat is wat Sir Bradley Wiggins wil. Zijn droom is om zondag in Roubaix met die befaamde kei in de lucht te staan. Daarvoor moet hij nog één keer tot het uiterste gaan. Nog één keer zijn hele lichaam door elkaar schudden op de kasseien. Nog één keer blaren op de handen. Nog één keer de longen uit het lijf. Nog één keer het bos en het Carrefour de l’Arbre. Nog één keer de hel. Maar wie de hel overwint, komt in de hemel.

Als Sir Bradley Wiggins zondag wint, dan schrijft hij geschiedenis. In dikke koeienletters. En als Sir Bradley Wiggins zondag wint, dan gaat hij vooral heel erg dronken worden. Want zijn populariteit heeft hij behalve zijn kwaliteiten op de fiets ook te danken aan zijn kleurrijke persoonlijkheid. Hij is eigenzinnig, grappig, origineel en goedgebekt. Hij is een levensgenieter. Het wielrennen op de weg moet die persoonlijkheid na komend weekend gaan missen. Zondagmiddag. Parijs-Roubaix. Ik ben voor Sir Bradley Wiggins. Net als op die rotonde in Esher, op die eerste zondag van augustus in 2012. Mijn aandenken van die dag hangt nog op mijn slaapkamer. Zondag mag het mee naar de woonkamer. Het is een Brits vlaggetje.


Reacties

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *