Gebroken pols

Toen ik in groep 8 zat, brak ik mijn pols. Ik sprong tegen een prullenbak aan. Zo’n ouderwets gietijzeren exemplaar op het schoolplein. Het was een wat klunzige actie, geef ik toe. Dan kun je beter je pols breken als held. Dat deed Nicky Wieskamp deze week. Ok, hij gleedt in Zelhem uit over een stel bladeren. Dat klinkt in eerste instantie misschien niet heel heldhaftig. Maar dat hij dat deed tijdens een achtervolging op een zakkenroller en dat hij die zakkenroller uiteindelijk – met gebroken pols – ook nog te pakken kreeg, spreekt toch tot de verbeelding.

Nee, dan was mijn polsbreuk een stuk minder spectaculair. Ik brak hem op twee plekken. Dat wel. Het spaakbeen én de ellepijp moesten eraan geloven. Het gebeurde tijdens een wedstrijdje verspringen op de Piersonschool. Dat deden we anders nooit. Maar nu lagen er een aantal tegels uit op de plek waar tot voor kort een speeltoestel had gestaan. De zandbak die daardoor ontstond, was ideaal voor een potje verspringen. Ergens aan het eind stond wel een gietijzeren prullenbak. Maar wilde je daar tegenaan belanden, dan moest je wel hele halsbrekende toeren uithalen.

Natuurlijk kreeg ik dat wel voor elkaar. In plaats van de traditionele sprong met val deed ik de innovatieve sprong met doorloop. Het gevolg was dat de gietijzeren prullenbak zo snel dichterbij kwam, dat de poging om vaart te remmen te laat kwam en mijn pols met bruut geweld dubbel knakte tegen het nul komma nul meegevende ijzerwerk. Nog altijd beweer ik tijdens die middagpauze wel het schoolrecord verspringen te hebben neergezet. Maar voor die bewering is er helaas geen enkel ondersteunend bewijs.

Zes weken gips kreeg ik. En heel veel verbaasde blikken de volgende ochtend op het schoolplein. Wat ik in godsnaam had gedaan. Ik zei dat het van gistermiddag was. Dat ik tegen die prullenbak aan was gesprongen. Maar iedereen was alweer over tot de orde van de dag. Waar gistermiddag nog een zandbak was, lagen nu weer gewone stoeptegels. Ook het laatste bewijs van mijn record was gewist. Het verspringen was weer ingeruild voor het gebruikelijke voetballen in de pauzes. Ik kon niet meedoen. Met dank aan een gietijzeren prullenbak. Die zorgde voor een tijdelijke beperking.

Nicky Wieskamp bracht de zakkenroller terug naar de supermarkt waar die zijn daad had gepleegd. De vrouw wiens portemonnee hij had afgenomen, had die inmiddels terug. De man bleek zijn buit al aan het begin van zijn vluchtpoging te zijn verloren. Hij werd meegenomen naar het politiebureau. En Nicky Wieskamp kreeg te horen dat zijn pols toch wel erg dik was. Dat kon kloppen. Hij was gevallen over een stel bladeren. Ja, daarna was hij nog wel doorgerend. Puur op adrenaline, zo liet hij in De Gelderlander optekenen. En hij was zelfs nog in staat om de zakkenroller in de kraag te vatten.

De arm van Nicky was inderdaad gebroken. Het werden tien dagen gips. Tien dagen waarin hij zijn werk als glazenwasser niet kon doen. En de zakkenroller? Die kwam er vanaf met 200 euro boete. Je arm breken om een dief te pakken te krijgen die vervolgens na betaling van 200 euro weer mag vertrekken, dat moet toch minstens zo ondankbaar voelen als je arm breken tijdens het springen van een door niemand erkend record. Maar om herhaling te voorkomen: De Piersonschool wordt gesloopt. Misschien hebben ze nog wel een gietijzeren prullenbak over waar ze in Zelhem het blad in kunnen gooien.


Reacties

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *