Wie aan het begin van dit seizoen had gezegd dat Pax nacompetitie zou spelen voor handhaving in de derde klasse was vrijwel zeker voor gek verklaard. De ploeg streed vorig seizoen immers nog volop mee om het kampioenschap. De Hengeloërs klopten hard op de deur van de tweede klasse. Omdat die niet open ging, speelde Pax dit seizoen gewoon weer in de derde klasse. Maar de titelstrijd werd dit seizoen ingeruild voor een plek in de onderste regionen. De Hengelose opinie veranderde. Wie een paar weken geleden zei dat Pax zich via de nacompetitie veilig zou spelen, werd ineens niet meer als gek maar als rasoptimist betiteld. Maar die rasoptimist kreeg wel gelijk. Het zijden draadje waaraan Pax hing, werd langzaam weer een touw. En zondagmiddag trok de Hengelose ploeg zichzelf definitief uit het dal. Pax speelt ook volgend seizoen in de derde klasse.

Sommigen zien het wekenlang helemaal voor zich: Een competitie vol met derby’s. In dat geval spelen Ruurlo, Zelhem, SV Basteom (Steenderen / Baak), Keijenburgse Boys en Pax in de vierde klasse. Lange tijd ziet het er ook naar uit dat Pax degradatie uit de derde klasse niet meer kan ontlopen. Dat is echter buiten de vele konijnen gerekend die de blauw-witten nog in hun hoge hoed hebben zitten. Konijn nummer 1 doet zijn werk in de laatste wedstrijden van de reguliere competitie. In vier wedstrijden weet Pax maarliefst tien punten te halen. Het wint drie keer met 1-0 en speelt één keer met 1-1 gelijk. Als je vier goals maakt en daarmee tien punten binnenhengelt, dan kun je stellen dat je uiterst effectief bezig bent. En dat je moeilijk scoort. Dat eerste bezorgt Pax een ticket voor de nacompetitie. Het tweede zorgt ervoor dat die ongemeen spannend wordt.

Het is donderdagavond. Op bezoek is RKPSC uit Pannerden. Naast mij staat de beste keeper van dat dorp. Feyenoorder Erwin Mulder is de rust zelve. Dat kan niet worden gezegd van zijn dorpsgenoten. Die zijn fanatiek. Bloedfanatiek. Zij weten één ding zeker: Pax speelt volgend seizoen in de vierde klasse. En daar gaat hun RKPSC voor zorgen. De wedstrijd eindigt in 2-2. Pax zou het die zondag nog wel eens heel lastig kunnen gaan krijgen. En die zondag wordt heel lastig. Na 90 minuten is het 0-0. Na 120 minuten ook. En precies op het moment dat het draadje waaraan Pax hangt opnieuw op zijn dunst is, komt er weer een konijn uit de hoge hoed. Keeper Gerdo Bruil die zijn keepersdebuut in het eerste maakt, blijkt een ware penaltykiller. Na twaalf penalty’s grijpt Pax de volle buit. Het al bijna verloren gewaande seizoen is nog altijd niet verloren.

Na de sensationele zondagmiddag in Pannerden volgt de donderdagavond in Beek. Hier is plaatselijke trots ’t Peeske de tegenstander. Die zijn op papier minder dan RKPSC. Maar wat zegt papier als je op een avond waarop de buienradar overuren draait, moet spelen tegen een elftal dat uitblinkt in hotsknotsbegoniavoetbal. Het blijft donderdag in Beek zo goed als droog. Gezien de constant dreigende luchten is dat wonderbaarlijk. Minstens zo wonderbaarlijk is het feit dat ’t Peeske met 1-0 weet te winnen. Dankzij – u raadt het al – een hotsknotsbegoniadoelpunt. Voetballend is Pax beter. Spelers van ’t Peeske weten het verschil tussen het noorden en het zuiden niet meer nadat ze Thomas Wolbrink of Derk Stortelder zijn tegengekomen. Maar wie een voetbalwedstrijd wil winnen, moet doelpunten maken. Dat doet Pax niet. Gelukkig is er een return.

Het is lang niet meer zo druk geweest op sportpark ’t Elderink als op deze zondagmiddag. Er is vuurwerk, blauwe rook en oranje rook. En er is een konijn. Het is de laatste die uit de hoed komt. En deze blijkt te kunnen scoren. Robin Hulshof (3x), Mitch Elsman en Maarten Eerens doen oude tijden herleven. Vijf goals. Toen dat voor het laatste gebeurde, liepen er nog mammoeten door de Spalstraat. En één ding is zeker: Die doelpunten hadden niet op een beter moment kunnen vallen. ‘5-0 op de broek van een veel beter Pax’, twittert één van de jongens uit Beek. Zij keren gedesillusioneerd huiswaarts. Er wacht geen feestje in Beek. In Hengelo heerst vooral opluchting. Pax blijft waar het thuishoort. Gezien de historie. Gezien de omvang van de club. En gezien het voetbal. Want zo’n derby-competitie is leuk. Maar dan toch op z’n minst in de derde klasse.