‘Niet meeveren op de duikplanken!! Dat heb ik jullie vorige week ook al gezegd. Nu wil ik het echt niet meer zien! Genoeg nu.’ Snel neemt Poedel haar plaats onder de parasol naast het zwembad weer in. Niet voor lang. Daar vliegt een bal vanuit het ondiepe bad het plantsoen in. ‘Voeten afspoelen voordat je weer het bad in springt! Ja! Nee, niet in het zwemwater. Gewoon daar vooraan bij de voetendouche. Dat weten jullie toch onderhand wel?!’ Ze zucht diep.
Poedel is badjuffrouw bij buitenzwembad ’t Elderink. Dat is ze al sinds mensenheugenis. Poedel heet eigenlijk Marian. Maar dat is een goed bewaard geheim. ‘Niet met de bal schoppen op het grasveld!! Daar is het nu veel te druk voor! Dat zien jullie zelf toch ook wel? Moet ik hier nu echt alles uitleggen?!’ Poedel en de plaatselijke jeugd zijn niet elkaars beste vrienden. Nooit geweest ook. Het zijn belhamels, vindt ze. Allemaal. Het waren een paar van die belhamels die haar bijnaam bedachten. Dat kan niet anders. Net als de steller van de hondenbrokkenvraag. Ook een belhamel.
Wie haar bijnaam bedacht? Dat blijft speculeren. Eén ding is in ieder geval zeker; het verzinnen ervan heeft maar weinig tijd in beslag genomen. Het kapsel van de badjuffrouw doet – ook zo’n twintig jaar later – nog volledig recht aan haar bijnaam. Het is haar hele uitstraling aan de rand van het zwembad die het icoon Poedel de tand des tijds probleemloos doet doorstaan. Poedel is met de pet op ten strijde trekken. Poedel is abonnementen inleveren. Poedel is een half uur wachten na het onweer. Poedel is niet langer dan strikt noodzakelijk onder de douche staan. Poedel is zwembad ’t Elderink.
Zwembad ’t Elderink wordt met sluiting bedreigd. Definitieve sluiting zou een enorme recreatievoorziening voor jong en oud uit Hengelo wegnemen. Maar daarbij zou sluiting van dit zwembad een icoon uit het dorp doen verdwijnen: Poedel. Want Poedel woont een aantal dorpen verderop. En ook al maakt ze nog wat uurtjes als beheerder van de Hengelose sporthal, sluiting van het zwembad zal haar in jaren opgebouwde status in rap tempo doen afbrokkelen. Tussen de muren van De Kamp is Poedel niet meer dan ‘de badjuffrouw die in de sporthal werkt omdat het winter is’.
De sporthal is niet het podium waar Poedel hoort te schitteren. Dat kan ze ook niet. Zo’n sporthal biedt geen ruimte om haar gezag, haar opvoedkundige kwaliteiten en haar consequentheid tentoon te spreiden. Op haar favoriete podium ruikt het naar chloor. In de buurt van zwemwater komt Poedel tot haar recht. Laten we redden wat er te redden valt. Red het zwembad. Voordat Poedel weer Marian wordt. Dat zou eeuwig zonde zijn.
Alstublieft, gemeente Bronckhorst, neem ons Poedel niet af.
Geef een reactie