Beste pollen,
Jullie zijn met te veel. Ik kan jullie niet zien. Niemand kan jullie zien. Daar zijn jullie te klein voor. Alleen als jullie met heel veel tegelijk op een auto gaan liggen, dan zijn jullie te zien. En ik haat jullie het meest als jullie met heel veel tegelijk op een auto gaan liggen. Op dat moment zijn jullie namelijk overal. Op straat. Op mijn slaapkamer. In mijn ogen. In mijn neus. Overal!
Ik haat jullie. Had ik dat al gezegd? Ik haat jullie tot in het diepst van mijn ziel. En ik ben niet de enige. Iedereen haat jullie. Tot op het journaal kotsen we jullie uit. Weet je waarom jullie in juni nooit een uitnodiging krijgen voor een mooi feestje ergens in een tuin? Nou? Omdat iedereen weet dat jullie toch wel komen! Gewoon. Zonder uitnodiging. Om dat hele feest te verzieken.
Ja, dat doen jullie. De boel verzieken. De hele winter lang kijken wij met z’n allen uit naar mooi weer. Als het dan eindelijk echt zover is, als de korte broeken en nog kortere rokjes uit de kast zijn gehaald, als de zonnebrillen het straatbeeld weer vullen, als de thermometer op standje tropisch gaat, als je genieten weer met een hoofdletter G zou moeten schrijven, precies dan komen jullie!
De gevolgen zijn niet mals. Na een paar uur in de buitenlucht zien mensen die niet goed tegen jullie kunnen eruit alsof ze compleet van de wereld zijn. Het snot loopt uit hun neus alsof ze midden in de winter te lang buiten hebben gestaan. Hun ogen doen vermoeden dat ze drie weken niet hebben geslapen. Of dat ze op z’n minst in elkaar zijn geslagen door een opgevoerde kickbokser.
Ik ben er helemaal klaar mee. Het liefst zou ik een pollen-uitzwaaidag organiseren, maar ik weet dat jullie je daar geen moer van aantrekken. Van mij mogen jullie opdonderen. Allemaal. Ga voor mijn part ergens in verlaten berggebied zitten. In de Himalaya is vast nog een plekje vrij. Met z’n allen. Dat is toch ook leuk? Waarom Nederland? Waarom precies mijn straat? Waarom mijn neus?
Nu we toch in gesprek zijn: wat werkt er nou tegen jullie? We proberen met z’n allen van alles. Van neusspray tot vaseline, drankjes, pilletjes en druppeltjes. Op het internet struikelt de ene tip over de andere. Maar het enige dat echt helpt, is binnen blijven. Deuren dicht. Ramen dicht. Gordijnen dicht. En maar hopen dat het heel snel weer gaat regenen. Heel hard. En vooral heel lang. Totdat jullie allemaal weg zijn. En laat het dan maar zomer worden.
Geef een reactie