‘Over de rooie’ (deel 2)

Dit verhaal gaat over kikkerslaan. Het is deel 2. Het eerste deel schreef ik zeven jaar geleden. In al die jaren was er tot voor kort niets veranderd. Maar nu is alles anders. Om met het positieve te beginnen: kikkerslaan heeft kunstgras! En dat is nog niet alles. Want ook de lanceerstellingen en de hamers zijn vernieuwd. Maar niet elke verandering is er eentje om toe te juichen. Dat de kosten voor deelname zijn veranderd, is nog te overzien. Maar veel beroerder is het feit dat de gouden regel van het kikkerslaan niet meer bestaat. Eén kikker in ‘de rooie’ is niet meer heilig. Voor een grote knuffel moeten er tegenwoordig namelijk twee van de zestien kikkers in het rode bakje.

De magie van ‘de rooie’ is zo op slag geruïneerd. Het is alsof je op een voetbalveld ineens twee penalty’s binnen moet schieten om tot een geldig doelpunt te komen. Dat is ondenkbaar. Het haalt de kracht van de penalty weg. Een penalty is alles of niets. Doelpunt. Of geen doelpunt. Dat maakt het ook zo mooi. De spanningsboog. Een ultrakort moment met twee mogelijke uitkomsten. Een beetje doelpunt bestaat niet. Een beetje doelpunt, daar kun je niks mee. Dat is alsof je in plaats van je maandloon ineens alleen nog maar een brief krijgt waarin staat dat je goed je best hebt gedaan.

Kikkerslaan, voor de enkeling die het niet kent: neem een kermis, veel mensen, wat biertjes en een grote bak met water. In die bak met water draaien bakjes rond. Een stuk of wat groene (voorheen witte, nog zo’n verandering), vier gele en één rode. De bedoeling is om plastic kikkers in die bakjes te doen belanden. Liefst in het rode bakje. Daarvoor leg je de kikker omgekeerd op een plateau. Vervolgens geef je met een rubber hamer een klap op een ander stukje rubber. Die klap zet een hefboomconstructie in werking waardoor de kikker richting de bakjes in het water vliegt.

Als kind sloeg je nooit in ‘de rooie’. Vanwege te weinig kracht. Een kikker die überhaupt de waterbak haalde, was al reden voor een kleine vreugdedans. Die tijd is voorbij. Nu telt alleen nog het rode bakje in het midden van de grote waterbak. In de hoogtijdagen stond de teller na vier dagen kermis op zo’n tien grote knuffels. Dankzij tien kikkers in ‘de rooie’. Maar het gebeurde zelden dat je van de zestien kikkers die een poging rijk was, er twee in het rode bakje sloeg. Toch is dat wat nu gevraagd wordt om beloond te worden met de al jaren geldende hoofdprijs: een grote knuffel.

Die eerste kikker kan er in de nieuwe situatie namelijk wel leuk in vliegen. Maar dan heb je nog helemaal niets. Het eerste succes is niet meer dan een formaliteit als het tweede er niet op volgt. Waar één keer in ‘de rooie’ slaan voorheen heldendom betekende, is het nu betekenisloos geworden. Het levert geen grote knuffel meer op. In plaats daarvan krijg je het altijd-prijs-inimini-knuffeltje. Dat is dus eigenlijk helemaal niets. Eén kikker in de rode is een beetje doelpunt geworden. Het altijd-prijs-inimini-knuffeltje is de brief waarin staat dat je goed je best hebt gedaan.

Het gaat niet om die grote knuffel. Het gaat om de waardering. Natuurlijk staat de waterbak van het kikkerslaan al jarenlang in Hengelo. Menig dorpsbewoner is er veel te goed in geworden. En het is uiteraard niet helemaal de bedoeling dat er grapjassen met tien grote knuffelberen naar huis gaan. Maar zorg dan voor een alternatief. Ik stel voor: elke kikker in ‘de rooie’ is een punt. Hang een scherm op met een ranglijst. Degene die aan het eind van de kermis de meeste punten heeft, wint een enorme knuffelbeer en is een jaar lang Koning Kikkerslaan van Hengelo. Dan telt elke kikker. En dan heeft ‘de rooie’ zijn magie razendsnel terug.

UPDATE

Ok, even een rectificatie.

Eerst de korte versie:

Je wint al een grote knuffel (van de buitenste ring) bij één kikker in de rode! Bij twee kikkers in de rode win je een nog grotere (van de binnenste ring). Er is dus wat dat betreft niets veranderd.

Dan nu de lange versie:

Na uitleg van de eigenaar van het kikkerspel blijkt dat er afgelopen weekend in Hengelo verwarring is ontstaan door een bordje dat op de verkeerde plek hing. Dat bordje hoort bij de grotere knuffels te hangen, waarvoor je dus inderdaad twee keer in de rode moet slaan. Maar door de plek waar het bordje nu hing, leek het voor de kermisbezoekers net alsof je twee keer in de rode moest slaan om überhaupt iets te winnen. En iedereen die dat bordje niet zag, hoorde het wel van iemand anders: ‘Bij kikkerslaan moeten er nu twee in de rode!’ Vervolgens gingen mensen (waaronder ik) daar ook rekening mee houden. Na één kikker in de rode was er geen reden om een prijs op te eisen. Die had je immers niet gewonnen. Want er moesten twee kikkers in de rode. Maar dat is dus niet zo. Volgend jaar hangt het bordje goed en eisen we die prijzen gewoon weer op. Komend weekend in Vorden trouwens ook al! En oja, het allerbelangrijkst: de magie van ‘de rooie’ blijft behouden!


Reacties

Eén reactie op “‘Over de rooie’ (deel 2)”

  1.  avatar
    Anoniem

    Geweldig stuk Luuk, helemaal waar!!

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *