Tegenwoordig is een zak chips een zak waar chips in zit. Vroeger was dat anders. Vroeger was een zak chips een zak waar een Flippo in zat. En er zat ook chips in. Maar dat was eigenlijk bijzaak. Het ging om de Flippo. Die kon je namelijk sparen. Die kon je in een map stoppen. En die kon je ruilen op het schoolplein. En als je de zeer zeldzame Tazmanian Devil Flippo dan nog steeds niet had, kon je de hele week de hoop koesteren dat je hem komend weekend – als je weer chips mocht eten – tussen de Hamka’s vond. De Looney Tunes beheersten vanaf 1995 de zakken chips. Daarna kwamen de Flippo’s in allerlei soorten en maten. Maar ze zijn allemaal verdwenen. Dat is zonde!
Afgelopen zondag degradeerde NEC uit de eredivisie. Ik zag de trainer van NEC. Die kende ik nog als speler. Dat was Anton Janssen. Die stond op een Flippo. Zijn Flippo was op zich niet zo bijzonder. Maar ik herkende hem doordat hij destijds in hetzelfde team speelde als Cees Lok. Niet dat die als voetballer veel voorstelde. Cees Lok was de laatste man van NEC. En dan hoorde je ook toen al niet bij de groten der aarde. Maar de Flippo van Cees Lok was de mooiste van het hele album vol voetbalflippo’s. Zijn Flippo tilde Cees Lok naar een hoger niveau. Op die Flippo zag je Cees Lok in een omgeploegd strafschopgebied. Als ik aan Flippo’s denk, denk ik aan Cees Lok. En aan modder.
Ik had Cees Lok wel een paar keer dubbel. Maar ik ruilde hem niet. Van Cees Lok kon ik er niet genoeg hebben. Als ik op zondagmiddag zijn Flippo tussen de chips vandaan toverde, was mijn hele dag goed. Daar moest je wat voor over hebben. Bij Flippo’s verzamelen kwam heel wat tactiek kijken. De zak chips mocht niet te klein zijn. Want dan zat er geen Flippo in. Maar ook niet te groot. Want dan moest je veel te veel chips eten voordat je aan de volgende zak kon beginnen. Hamka’s, Wokkels en Chipito’s voldeden het best aan de voorwaarden. Die gaven de beste kans op Cees Lok. Want hoe middelmatig hij ook voetbalde, Flippo-technisch was Cees Lok een icoon.
Niet veel later kregen Cees Lok en zijn vrienden concurrentie van de 24-game Flippo’s. Daar kon je een spel mee doen. Dan stonden er een 1, een 1, een 3 en een 5 op die Flippo. En wie daar dan als snelste 24 van kon maken, die mocht de Flippo hebben. 1+3=4. 1+5=6. En 4×6=24. Dat werk. Wie aan het eind de meeste Flippo’s had, was de winnaar. Dat was leuk. En spannend. Maar ergens was er altijd het verlangen naar die voorgangers. Die Looney Tunes, die voetballers, je wist dat je in het tijdperk van de Flippo’s iets bijzonders meemaakte. Dat er een tijd zou komen dat deze rage weer voorbij zou zijn. Je wist dat een zak chips weer gewoon een zak met chips zou gaan worden.
Dat gebeurde ook. Tegenwoordig telt op een schoolplein je voortgang in Candy Crush. Of je topscore in Flappy Bird. Wie nu nog met de Flippo van Cees Lok aan komt zetten, wordt raar aangekeken. Dat is jammer. Die Flippo heeft zoveel in zich. Dat linkerbeen glijdend in de modder. Die linkerhand die er ternauwernood voor zorgt dat Cees Lok niet met zijn hele lichaam ten onder gaat. Niet dat het nog uitmaakt. Hij is toch al helemaal besmeurd. En alsof de foto nog niet mooi genoeg is, staat op de achtergrond een speler van De Graafschap met Hans Verkerk Keukens op zijn shirt. De huidige eredivisie heeft geen Cees Lok. De reden is simpel: Er zitten geen Flippo’s meer in de chips.
Tegenwoordig organiseren fabrikanten wedstrijden waarbij mensen smaken mogen bedenken. Interactiviteit is het codewoord. Ook chips kan niet meer zonder sociale media als Twitter en Facebook. Maar als ik de chipsfabrikanten één tip mag geven: Breng voor het komende WK voetbal een serie Flippo’s uit. Dat wordt een knaller! We kennen allemaal Messi en Ronaldo. Maar wie wordt komende zomer de Cees Lok van het WK? Wie staat er straks op de meest gewilde Flippo van het schoolplein? Dat kan zomaar de linksback van Honduras zijn. Of de rechtshalf van Ecuador. Als een zak chips weer een zak wordt waar een Flippo in zit, dan krijgt dit WK een eigen Cees Lok.
Geef een reactie