Mijn voetbaltrainer vertelde vroeger in de kleedkamer elke zaterdag ongeveer hetzelfde verhaal. Dat deed hij zo’n half uur voor de wedstrijd. Het ging zo: ‘Jongens, het gaat om de bezieling! Vanaf nu moeten jullie met je hoofd bij de wedstrijd zijn. Er wordt niet meer over vissen en computerspelletjes gepraat. Dat kan straks weer. Nu gaat het over voetbal. Laat zien dat jullie deze wedstrijd willen winnen! Ik wil bezieling zien!’ Zo moet het praatje van Ron Jans, de trainer van PEC Zwolle, er voorafgaand aan de bekerfinale van gisteravond ook ongeveer uit hebben gezien. Het wierp zijn vruchten af. PEC Zwolle versloeg Ajax met 5-1 en won de beker.
Vroeger moest ik altijd een beetje lachen om dat hele verhaal over bezieling. Als een wedstrijd pas over een half uur begint, wat maakt het dan uit als je het nog even hebt over de enorme snoek die je afgelopen week hebt gevangen? Of over je nieuwe achtbaan in Rollercoaster Tycoon. We staan toch nog niet op het veld? Inmiddels weet ik wel beter. Mijn trainer had gelijk. Een sportwedstrijd begint niet als het fluitsignaal of het startschot klinkt. De aanloop naar de wedstrijd is minstens zo belangrijk. Wie met de juiste instelling het veld op stapt, staat eigenlijk al met 1-0 voor. Dan moet de tegenstander maar hopen dat hij op tijd wakker is om de schade nog te repareren.
De sportwedstrijden van de laatste weken bieden voorbeelden in overvloed. De spelers van Atletico Madrid kwamen in de kwartfinale van de Champions League als een stel hongerige leeuwen uit de kleedkamer. Ze overrompelden Barcelona volledig en kegelden de voetbalgrootmacht uit het kampioenenbal. Een dag later ontketende Sevilla direct vanaf de aftrap een ware stormloop op het doel van Benfica en haalde zo de halve finale van de Europa League. Niki Terpstra won met Parijs – Roubaix de koers waar hij in zijn hoofd al als klein kind mee bezig was. En PEC Zwolle zorgde gister voor een blauw-wit feest in één van de belangrijkste wedstrijden uit de clubgeschiedenis.
Een supporter van PEC Zwolle vertelde in de aanloop naar de bekerfinale aan de NOS dat zijn club van Ajax ging winnen omdat ze betere spelers hadden. Die meneer had het niet helemaal begrepen. PEC heeft geen betere spelers dan Ajax. Het tegenovergestelde is waar. Ajax heeft betere spelers dan PEC. Dat is niet zo raar. In Zwolle moeten ze het doen met een begroting die vijf keer in die van de Amsterdammers past. Op basis daarvan zou je zeggen dat Ajax tien van de tien keer van PEC Zwolle wint. Maar sport is geen simpel rekensommetje. Tegen een tot op het bot gemotiveerd elftal kan bijna geen begroting op. De bezieling was voor Zwolle dan ook de sleutel naar de bekerwinst.
In Zwolle weten ze wat bezieling is. Neem de broertjes Mulder. Die leggen hun hele hebben en houwen zelfs in een potje Mens Erger Je Niet. En kijk naar Lotte van Beek. Kijk naar hoe zij voor een belangrijke wedstrijd over het middenterrein van de ijsbaan loopt. Grote koptelefoon op. Meezingen. Heen en weer lopen. En focussen. Als Lotte van Beek de muts van haar schaatspak opzet, verandert haar blik. Een enorm leuk meisje wordt ineens een killer. De wil om te winnen spat van haar gezicht. En als we het over bezieling hebben, dan hebben we het natuurlijk ook over Erben Wennemars. Laat dat nou net één van de grootste supporters van PEC Zwolle zijn. Die wil winnen!
Het klinkt simpel. Maar kun je iedere wedstrijd met dezelfde bezieling ingaan? Kun je altijd 200% geven? Nee. Dat kan niet. Je hoort het winnende trainers vaak zeggen: ‘We moeten zorgen dat we dit elke wedstrijd kunnen brengen.’ Maar er is geen club die dat voor elkaar krijgt. Ook Ajax niet. Bij hen ontbrak het gister aan bezieling. Het leek teveel op een ‘gewone’ wedstrijd. Dat was het voor PEC Zwolle niet. Die spelers stonden al wekenlang op de poorten van De Kuip te rammen. Hiervoor moest de laatste tijd alles wijken. Het loonde. Vandaag krijgt PEC Zwolle een rondvaart door de stad. Dan kunnen de spelers eindelijk weer eens over vissen en computerspelletjes praten.
Geef een reactie