‘HINDER!’

‘Anstellen! Instappen! Anfangen!’ Ruim twintig jeugdige campinggasten haasten zich weer naar de tafeltennistafel. Een nieuw potje rond-de-tafel gaat beginnen. Eén van de kleinste jongetjes slaagt er weer in om als eerste vooraan te staan. ‘Handvoordeel!’ roept het jochie dat zonder tafeltennisbatje naar de speeltuin is gekomen. Iedereen stemt in. Het is zo’n regel die vast is bedacht door de Duitsers. Die bedenken alles. Zo kun je levens verdienen als je de finale haalt. En nog meer als je die wint. Maar de favoriete Duitse regel geldt in situaties van belemmering: ‘HINDER!’

Hinder kan van alles zijn. Een klein kind dat in de weg loopt? ‘HINDER!’ Een iets te harde zucht wind? ‘HINDER!’ Een meeuw op de speeltafel? ‘HINDER!’ Een moeder die komt roepen dat het eten klaar is? ‘HINDER!’ En als het geen hinder is, dan hebben de Duitsers altijd nog wel een leven over om de finale te halen. In de finale halen ze weer nieuwe levens. En zo gaat het hele zomeravonden door. De regels zijn duidelijk. Hoe hard de Nederlanders ook ‘RAUS!’ roepen na een gemiste bal, de Duitsers hebben altijd hun woordje klaar. Zo weten ze iedere keer weer te winnen. Avond na avond.

Denk niet dat het rond-de-tafel op de camping geen serieuze zaak is. Dat is het absoluut. Op de gemiddelde camping ontleent een ieder zijn of haar status aan de tafeltennisprestaties. Wie er steeds als eerste uitvliegt, is toch een beetje het sulletje van de camping. Zij die de finale halen, staan hoog in aanzien. Naast het bunkers graven op het strand (om de zee tegen te houden) is het rond-de-tafel een dagelijks hoogtepunt. De laatste vijf haal ik regelmatig. Maar dan houdt het op. De Duitsers verslaan op de tafeltennistafel is net zo onmogelijk als de zee tegenhouden op het strand.

In het voetbal is er altijd veel discussie over buitenspel. De laatste tijd gaat het daarbij veel over de vraag of spelers wel of niet aan het spel deelnemen. Neem deze situatie: Een speler schiet van afstand. Zijn schot verdwijnt in de goal. Doelpunt! Maar één van zijn medespelers staat buitenspel. Hij raakt de bal niet. Maar hij staat wel midden voor de keeper en belemmert zijn zicht. Elke Duitser zou ‘HINDER!’ roepen. Afgekeurd! In de weg lopen is vanuit Duits oogpunt zo ongeveer de ergste vorm van hinder. Toch worden negen van de tien van dit soort doelpunten goedgekeurd.

In de jaren op de camping kreeg ik net als vele Nederlanders een bloedhekel aan hinder. We bedachten regels om het de Duitsers lastiger te maken. We kwamen extra vroeg naar de speeltuin en besloten om die avond zonder levens te spelen. Dat gaf ons Nederlanders meer kans. En de Duitsers hadden zich later op de avond maar aan onze regels te houden. De meest vervelende regel was echter moeilijk uit te bannen. Loslopende hond? ‘HINDER!’ Iemand die niet snel genoeg doorloopt? ‘HINDER!’ Het ging tot vervelends aan toe. Maar er was vaak weinig tegenin te brengen.

Het was verschrikkelijk. En toch denk ik dat we hinder moeten invoeren in het voetbal. Daarvoor zullen de scheidsrechters op les moeten bij de Duitsers. Die hebben er een neusje voor. Sterker nog, de Duitsers hebben er een woord voor: Fingerspitzengefühl. Die weten precies wanneer ze ‘HINDER!’ moeten roepen. Weg met die ellenlange buitenspeldiscussies. Geen hinder? Doelpunt! Hinder? Doelpunt afgekeurd! Zo moeilijk is het niet. En een scheidsrechter met wat minder Fingerspitzengefühl die een fout maakt? Die moet maar hopen dat hij nog genoeg levens heeft.


Reacties

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *