ONK frikandellen eten

Je kunt overal een sport van maken. En als je ergens een sport van kunt maken, dan kun je ook een kampioenschap organiseren. Dat vonden ze bij carnavalsvereniging De Peardeknuppels in Hengelo Gelderland ook. Zo was daar zondagmiddag het Open Nederlands Kampioenschap (ONK) frikandellen eten. Het principe was simpel. 12 deelnemers. 1 uur eten. En eten deden ze. Frikandel met mayonaise. Frikandel met curry en uitjes. Frikandel met appelmoes. En frikandel met frikandel. De winnaar ging naar huis met een gouden frituurpan. En met nog meer frikandellen.

Speaker Stefan geeft het startsein. De deelnemers mogen beginnen te eten. Dat laat Robert Maalderink zich geen twee keer zeggen. Amper een minuut later heeft hij zijn eerste frikandel achter de kiezen. De jury houdt het bord met nummer 8 omhoog. Hoofdscheidsrechter Arne komt in actie. Hij zet op het scorebord een streep achter deelnemer 8, Robert Maalderink. Die streep staat voor 1 frikandel van honderd gram. De inkt van de eerste streep is nog amper opgedroogd als hij gezelschap krijgt van de tweede. Robert Maalderink gaat als een speer. De winnaar lijkt bekend.

Lijkt. Want frikandellen eten zou geen sport zijn als er geen tactiek bij kwam kijken. In de sport moet je doorgaans niet te snel beginnen. Neem de 10 kilometer schaatsen. Het geheim is een vlakke race. Constant rondjes 30. Starten met rondjes 27 betekent vaak eindigen in de rondjes 34. In frikandellentaal: 1 frikandel per 4 minuten leidt tot 15 frikandellen in een uur. Dat hebben een paar deelnemers heel goed begrepen. Robert Maalderink leidt. Maar de bordjes van deelnemer 4, Kevin van Kesteren en deelnemer 11, Robert Straalman gaan steeds vaker de lucht in.

De man aan de leiding eet zijn frikandellen alsof hij dagen niks gegeten heeft. Snel. En met grote happen. Zijn achtervolgers eten ze rustiger. In stukjes. Maar ze eten gestaag door. Misschien speelt Robert Maalderink een spel. Hij ziet eruit alsof hij heel veel frikandellen kan eten. Na de tiende frikandel kijkt hij nog precies hetzelfde als na de vijfde. Maar de frequentie neemt enorm af. Het gaat van 1 per minuut naar 1 per kwartier. Hij werpt eens een blik om zich heen. Naar Kevin van Kesteren. Die staat nog maar 2 frikandellen achter. En naar Robert Straalman, die ook steeds dichterbij komt.

Robert Maalderink moet volgens speaker Stefan nu toch echt zijn best gaan doen. De reactie is een het-komt-allemaal-wel-goed-knikje. Ondertussen gaat het bordje van Robert Straalman weer omhoog. Het gaat naar 11, naar 12 en naar 13 frikandellen. Het gaat een eindsprint worden. Een hele spannende. Kevin van Kesteren blijft steken op 13. Het gaat tussen Robert en Robert. Maar de man die steeds aan de leiding ging, schudt nu nee. De man die aanvankelijk onklopbaar leek, schudt nee! Het gaat niet meer. Robert Straalman wint. Achter zijn naam staan 15 strepen. En 1/2.

Dit was spannend. Dit was gaaf. In dit kampioenschap zaten vele facetten van sport. Er was de wielrenner die in de laatste kilometer wordt opgeslokt door het peloton. Er was de grote schaatskampioen die toch verliest van iemand die beter is. Er was het voetbalelftal dat bij een voorsprong alleen maar naar de tegenstander gaat kijken. En er was die tegenstander die in geslagen positie weer motivatie krijgt. Het voelde als topsport. Dat was het niet. Natuurlijk niet. Maar zelfs van heel veel frikandellen eten kan een mens genieten. Als je d’r maar een sport van maakt.


Reacties

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *