België en de rest van de wereld

59 renners doen op 29 januari 2012 mee aan het WK veldrijden in het Belgische Koksijde. Ze komen van over de hele wereld. Het zijn Tsjechen, Duitsers, Amerikanen, Zwitsers, Fransen, Nederlanders, en zelfs twee Japanners, een Canadees en een Australiër. En Belgen natuurlijk. Zeven stuks. De uitslag: 1. De Belg Niels Albert, 2. De Belg Rob Peeters, 3. De Belg Kevin Pauwels, 4. De Belg Tom Meeusen, 5. De Belg Bart Aernouts, 6. De Belg Klaas Vantornout, 7. De Belg Sven Nys, 8 tot en met 59. De rest van de wereld.

Het veldrijden is een Belgische sport. En daar zijn de Belgen trots op. In 2011 maak ik er een verhaal over. ‘Wij hebben de toppers’, zegt wielercommentator Michel Wuyts als ik hem vraag naar de populariteit van het veldrijden in België. Daar is nog altijd geen stok tussen te krijgen. De uitslag van het wereldkampioenschap in Koksijde spreekt voor zich. Maar Wuyts spreekt ook van een ‘grondgevoel’. Het is een gevoel dat volgens hem heel veel Belgen hebben: ‘Wij vinden niets heerlijker dan op een zondagmiddag vanuit de zetel te gaan zitten kijken naar mannen die hard werken in de modder.’

Crossen in de modder. Het is het liefste dat ik in mijn jeugd doe. Mijn kennismaking met het veldrijden vindt eind jarig ’90 plaats in Zeddam. Dat is dicht bij huis. Zeddam organiseert Nederlandse kampioenschappen. Het is de tijd van Richard Groenendaal en Adri van der Poel. Maar ook wereldtoppers als de Belgen Mario de Clerq en (dan al) Sven Nys komen naar het Montferland. Drie keer voor de wereldbeker. En in 2006 zelfs voor het wereldkampioenschap. In 2008 komen de crossers voor de laatste keer terug. Lars Boom wint. Daarna wordt het stil in Zeddam. Eén Nederlandse wereldtopper blijkt niet genoeg.

De Belgen hebben de toppers in het veldrijden. En de sport past bij de mensen. Elk weekend weer is het één groot feest op een cross ergens in Vlaanderen. Het zorgt ervoor dat de jeugd ook gaat crossen. En zo blijven de talenten maar komen. Dat zouden ze graag voor zichzelf houden. Maar de Belgen zien ook in dat ze voor de ontwikkeling van de sport de talentvolle buitenlanders meer dan welkom moeten heten. Lars Boom krijgt dat warm welkom in België nooit. De Tsjech Zdenek Stybar wel. Hij gaat zelfs in België wonen. Maar voor zowel Boom als Stybar is de wereld van het veldrijden te klein. Ze kiezen voor het wegwielrennen.

Het veldrijden lijkt niet mondiaal genoeg om de échte toppers lang aan zich gebonden te houden. De Belgen blijven hun sport trouw. Sven Nys ademt veldrijden. Niels Albert is zijn aangewezen troonopvolger. Maar wanneer voor de buitenlandse toppers een wegcarrière lonkt, zijn ze snel verdwenen uit het Belgische circus. Als het veldrijden internationaal meer betekenis krijgt, zal dat ongetwijfeld veranderen. Daarvoor zijn natuurlijk aansprekende resultaten van niet-Belgische renners nodig. Maar de eerste stap naar mondialisering van de sport moeten de Belgische wereldtoppers zelf zetten door ook ver van huis te gaan crossen.

Dat proces van mondialisering kan komend weekend al wel eens in een stroomversnelling gaan raken. Dan beslechten de veldrijders de strijd om de wereldtitel namelijk voor het eerst aan de andere kant van de Grote Oceaan. Het Amerikaanse Louisville (Kentucky) heeft de eer. In 2011 vraag ik Bart Wellens naar een WK in Amerika. Hij kijkt me wat verbaasd aan: ‘Amerika, da’s in enen wat ver’. Het is inderdaad een eindje vliegen. Maar zondag bij het eerste WK overzee completeert Wellens het totaal van zeven Belgen. Aan de rest van de wereld om er een mondiaal kampioenschap van te maken.

Programma (Nederlandse tijden):

Zaterdag 2 februari, 17.00 uur: Junioren Mannen (met o.a. Mathieu van der Poel)
Zaterdag 2 februari, 20.30 uur: Beloften Mannen (met o.a. David van der Poel)
Zondag 3 februari, 17.00 uur: Elite Vrouwen (met o.a. Marianne Vos)
Zondag 3 februari, 20.30 uur: Elite Mannen (met zeven Belgen en de rest van de wereld)


Reacties

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *