Strava

19 april 2015

Trappen! Nog een klein stukje! Het kilometertellertje op mijn wielrenfiets geeft 53 kilometer per uur aan. En dat op de vlakke weg. Bijna weer terug in Hengelo, na een ritje door de Achterhoek. Daar is Hendriks de Timmerije al, het bedrijf tegenover de BP waar we al sprintjes hielden toen we nog op de middelbare school zaten. Finish bij Hendriks! Nog één keer alles uit de kast en dan uitrollen tot bij het zwembad. Hengelo bereikt. Thuis.

Kent u de Peeskesbult? Ja, natuurlijk kent u die. Daar tussen Beek en Stokkum. Bent u vast wel eens op een mooie lentedag tegenop gefietst. De Eltenberg kent u ongetwijfeld ook. Die ligt weliswaar op het grondgebied van onze buren. Maar die fanatiek omhooglopende klinkers horen toch ook nog een beetje bij ons. En kent u het viaduct over de A18 bij Wijnbergen? Jazeker, ook bekend terrein. En de laatste vraag: Gebruikt u Strava?

Grote kans van niet. Strava is een app voor wielrenners. Want waar lang niet elke wielrenner een fietsbel heeft, is vrijwel elke sportieve fietser tegenwoordig uitgerust met een digitaal volgsysteem. Strava neemt alles op. Waar je naartoe fietst, hoe snel je dat doet, hoeveel hoogtemeters je aflegt en zelfs hoeveel calorieën je verbrandt. Het is kortom hét sociale medium voor wie zich op een ongemotoriseerde tweewieler begeeft.

Het leukste aan Strava zijn de segmenten. In normale mensentaal is een segment een route van A naar B. Iedere gebruiker van Strava kan van elk willekeurig fietspad een segment maken, op voorwaarde dat je er zelf minstens één keer overheen bent gefietst. Lang of kort, vlak of heuvelop, asfalt of bospad, het maakt allemaal niet uit. Een klein stukje fietspad kan een segment zijn. Maar ook van een hele route, laten we zeggen: van de kerk in Megchelen naar de kerk in Azewijn, kan elke Strava-gebruiker zo een segment maken.

De Peeskesbult is nu al een segment. Meer dan 2500 Strava-gebruikers zijn hier ooit overheen gefietst. Van al die wielrenners maakt Strava een ranglijst op. De snelste heeft de zogenaamde KOM. Dat staat voor King of the Mountain. De KOM op de Peeskesbult is in handen van Rens te Stroet uit Keijenborg. Hij fietste de Peeskesbult op in 1 minuut en 28 seconden. De naam van de nummer 3 in de Strava-ranglijst op de Peeskesbult klinkt u wellicht bekender in de oren: 1 minuut en 31 seconden. Robert Gesink.

Zelf sta ik op de Peeskesbult met 1 minuut en 57 seconden op plek 287. Die tijd heb ik maar één keer gehaald. Het was een zondagochtend. De wind stond goed. De zon scheen. En de weg was bezaaid met fietsers om jezelf naartoe te sleuren. Eén fietser inhalen. En door naar de volgende. Niets dat een wielrenner meer motiveert. Dat is ook wat de resultaten op Strava wat relatief maken. Voor een goede prestatie ben je afhankelijk van de omstandigheden.

Zo ben ik op het viaduct over de A18 bij Wijnbergen in een flinke strijd verwikkeld met een verre kennis. We zijn elkaars grootste concurrenten. En dat terwijl we er nog nooit samen hebben gefietst. Mijn snelste tijd op dat viaduct reed ik toen de wind op oorlogssterkte in de rug waaide. Tandje d’r bij. Sprintje. En boven! In mijn eentje. Maar die verre kennis doet dat anders. Die laat zich vanaf Braamt in een treintje op gang trekken en lanceert zichzelf vervolgens het viaduct over de A18 op. Daartegen ben je als eenling vrijwel kansloos.

Als je in een groep fietst, dan kun je samenwerken. Dan zit je de helft van de tijd uit de wind. Maar een groep kan ook nadelig zijn. Als het regent, dan kun je beter alleen fietsen. Anders kom je er dankzij het water dat het achterwiel van je voorganger opgooit, uit te zien als een beest. En als je in de buurt van Gendringen en Ulft komt, kun je sowieso maar beter niet in groepsverband te werk gaan. Want voor je het weet ligt er een vernietigend rapport over je functioneren.

53 kilometer per uur. Op de vlakke weg. Dat kwam zo: Er reed toevallig een scooter. En die was ideaal om de sprint voor mij aan te trekken. Zo pakte ik de KOM op het segment tussen de rotonde bij Keijenborg en Hendriks de Timmerije. Ik was sneller dan Rens te Stroet. En sneller dan Robert Gesink. Toegegeven, de wind blies hard in de rug. En die scooter was een gelukje. Maar dit soort gelukjes liggen in Strava-land nogal gevoelig. Het is dus zaak dat dit een goed bewaard geheim blijft. Daarom wil ik u tot slot één ding meegeven. Doorvertellen mag. Maar zet dit alstublieft niet in de verkeerde Whatsappgroep.

Deze column las ik vanmiddag in De Gruitpoort voor tijdens het Nieuwscafé van De Gelderlander en Omroep Gelderland.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *


Luuk Stam
Journalist en tekstschrijver

De Heurne 32
7255 CL Hengelo Gelderland

0613925370
luuk@luukstam.nl